Informatie bij de schikkingen in de 40-dagen-tijd en Pasen 2023
Uit liefde voor jou is het thema bij de symbolische schikkingen in de veertigdagentijd.
In de periode van Aswoensdag tot en met Pasen zijn de teksten van het oecumenisch leesrooster en die van Kind op Zondag de leidraad voor de schikkingen.
Bij iedere tekst staan een korte boodschap met uitleg en enkele kernwoorden die richting hebben gegeven aan het ontwerp van de bloemschikkingen. De kernwoorden geven aan waar de symboliek en de lezing elkaar raken en worden verbonden.
Bij elke schikking hoort een korte meditatieve tekst die zal worden afgedrukt op de betreffende Orde van Dienst.
Aswoensdag
De woorden uit Psalm 103: 12-18 : ‘Want Hij weet waarvan wij gemaakt zijn. Hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd’ klinken vaak op Aswoensdag.
Aswoensdag bepaalt ons bij de kwetsbaarheid en de sterfelijkheid van het bestaan. Ons leven is eindig en kwetsbaar. Tegelijk plaatst deze psalm ons in het perspectief van de Eeuwige.
Aswoensdag mag een nieuw begin zijn, om te leven in Gods barmhartige liefde.
De schikking bestaat uit een boog gevormd door takken van kronkelwilg en kronkelhazelaar.
Tussen de takken groene buxustakjes in de boog van hoop.
26 februari, 1e zondag 40-dagen-tijd
Want er staat geschreven: Aanbid de Heer uw God, vereer alleen hem (Matteüs 4: 10b)
Aan het begin van zijn openbare optreden wordt Jezus onmiddellijk geconfronteerd met de macht van het kwaad, waarvoor verschillende namen worden gebruikt: de duivel, beproever, satan.
Steeds wordt Jezus door satan een snelle oplossing geboden. Of het nu om Zijn hongergevoel gaat, of om Hem te laten bewijzen dat Hij werkelijk Gods Zoon is, of om Zijn rijk met onmiddellijke ingang te vestigen door de verleider te aanbidden, Jezus gaat er niet op in. Hij kiest ervoor om niet de duivel, maar God zijn Vader te dienen.
Kernwoorden: verleiding, beproeving, vergezichten.
De schikking symboliseert de woestijn, met stenen en broden, maar ook met een witte bloem.
5 maart, 2e zondag 40-dagen-tijd
Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren (Matteüs 17:3)
Op de berg worstelt Jezus met de dingen waar Hij als een berg tegenop ziet.
In zijn worstelingen op de berg komen Mozes en Elia Hem een hart onder de riem steken. Zij hebben beiden ervaring met ‘een tijd van veertig’. Elia maakte, net als Jezus, een tocht van veertig dagen door de woestijn en Mozes zwierf daar zelfs veertig jaar in rond. Veertig is lang. Te lang eigenlijk. Dan heb je een ander nodig. Liefst iemand met woestijnervaring, die weet hoe je in die woestijn kunt overleven.
Kernwoorden: berg, luisteren, bidden.
De schikking symboliseert de berg (rotsen) en de drie witte tulpen Jezus, Mozes en Elia.
12 maart, 3e zondag 40-dagen-tijd
Jezus zei tegen haar: Ík ben het, degene die met u spreekt’ (Johannes 4: 26)
In het Johannesevangelie is deze vrouw aan de bron, een Samaritaanse, die ook nog eens een outcast is binnen haar gemeenschap, de eerste die mag horen wie Jezus is.
Ze is alles wat Jezus niet is. Het wonderlijke is dat Hij haar hart en omstandigheden kent, ondanks de maatschappelijke en religieuze kloven die hen scheiden. Háár woorden gaan over deze kloven. Jezus’ woorden gaan over wat hen verbindt. Dat het gaat om geest en waarheid.
God zoekt mensen zonder bedrog, ongeacht status of afkomst.
Kernwoorden: bron, reflectie, verscheidenheid.
De schikking bestaat uit een krans van kronkeltakken op en spiegel (water) met verschillende (drijvende) waterplanten.
19 maart. 4e zondag 40-dagen-tijd
‘Wat vreemd dat u niet begrijpt waar Hij vandaan komt, terwijl Hij mijn ogen geopend heeft’.
(Johannes 9:30).
Soms vragen mensen aan jou hoe jij je geloof ervaart. En waarom het belangrijk voor je is.
Het kan zijn dat je terugschrikt als je een vraag wordt gesteld over God of over Jezus.
Maar troost je, je hoeft niet alle antwoorden te hebben om met anderen over Jezus te kunnen praten.
Kernwoorden: zien, kijken, open ogen.
De schikking is in de vorm van een oog, met een pupil van paarse bloemen.
26 maart, 5e zondag 40-dagen-tijd
…..en er waren dan ook veel Joden naar Martha en Maria gekomen om hen te troosten nu hun broer gestorven was.(Johannes 11:19)
Troost beweegt de menigte naar Bethanië te gaan. Die beweging is nobel. Toch gebeurt er in het verhaal iets wat daar volkomen haaks op staat. Jezus komt niet om te troosten. Hij begint te praten over het leven. Hij schuift de dood aan de kant en spreekt over tot leven wekken. Jezus kan zo spreken omdat Hij zelf Opstanding is. De boodschap van Jezus is dat niet het verleden onze stemming aanvoert, maar het geloof in God: ‘Wie in mij gelooft zal leven, ook als hij sterft’.
Het gaat hier om het leven uit geloofsvertrouwen. Dat je zelfs bij iedere dood toch weer opstaat dank zij dat vertrouwen.
Kernwoorden: kringloop van het leven, troost.
De schikking, in de vorm van een krans, symboliseert het leven, zonder begin en zonder eind.
In de krans gedroogde strobloemen en grassen die herinneren aan het aardse leven.
Groene grassen en roze tulpen maken de cirkel levend.
2 april, 6e zondag 40-dagen-tijd, Palmzondag
‘Want de armen zijn altijd bij jullie (Matteüs 26:11)
Heel veel mensen leven onder de armoedegrens. Als diaconie kan je die niet allemaal helpen.
Soms zijn mensen ook niet geholpen met ‘alleen maar geld’, maar ook door gedurende langere tijd samen op te trekken: als maatje, als gemeenschap of met hulpverleningsinstanties die samenwerken.
Vaak kost dat veel tijd en inzet van veel mensen samen voor één persoon. Maar het maakt wel hét verschil of iemand ‘even’ uit de problemen is of dat er echt een verschil gemaakt kan worden, waardoor er een wending komt in iemands leven.
Kernwoorden: zalving, keuzes maken
De schikking bestaat uit een ‘guirlande’ van takken, met daartussen allerlei geurende kruiden, zoals lavendel, rozemarijn en eucalyptus. Deze groene kruiden verwijzen naar de zalving. Tussen de takken ook buxus als verwijzing naar Palmzondag.
6 april, Witte donderdag
Jezus zei: ‘Doe maar meteen wat je van plan bent’. (Johannes 13: 27)
Het was een opvallend gesprek aan tafel tussen Jezus en Judas. Alle discipelen waren er bij, maar behalve Johannes heeft niemand het in de gaten. Ook Judas zei geen woord.
Maar toch heeft Jezus hem niet zomaar zijn werk laten doen. Hij heeft met Judas gesproken. Bijna zonder woorden, vooral met zijn handen en ogen. Het antwoord van Judas was duidelijk: hij loopt de deur uit. Letterlijk en figuurlijk het donker in. De duivel heeft hem dit ingegeven. Toch is het uiteindelijk Jezus die hem wegstuurt. Hij voert ook in deze nacht de regie.
Kernwoorden: verraad, donker en licht
De schikking is een krans, als teken van verbondenheid tussen licht en donker, liefde en haat.
Tussen de takken judaspenning.
7 april, Goede Vrijdag
‘Vrouw, dat is uw zoon’ (Johannes 19:26)
Maria staat daar met haar verdriet tussen al die mensen die hun afkeer laten merken van die middelste gekruisigde. Wat zal er allemaal door haar heen zijn gegaan, toen zij haar zoon zag lijden en sterven? Jezus ziet zijn moeder en heeft aandacht voor haar. Oppervlakkig gezien gaat het om een zoon die ervoor zorgt dat zijn moeder niet alleen over blijft. Er gebeurt meer. Vanaf het kruis worden nieuwe relaties tot stand gebracht. Rond het kruis van Jezus ontstaat een nieuw soort verwantschap in verbondenheid, voorbij de familiebanden, omdat we door Hem broers en zussen worden, kinderen van één Vader.
Kernwoorden: verdriet, genade ontvangen.
De schikking is een gaffelkruis, een kruis met twee naar boven gerichte armen. Een kruisvorm ontleend aan een onbehouwen boomstam met twee takken. Daartussen klimoptakken als symbool van eeuwig leven.
Stille Zaterdag en Pasen
De schikking voor Eerste Paasdag wordt ook voor de Stille Zaterdag gebruikt. Maar het is nog niet zover. Er hangt nog een zwarte doek over de schikking, die tijdens de viering wordt weggehaald.
Het licht van Pasen wordt dan zichtbaar.
‘Waarom huil je?’, vroeg Jezus.(Johannes 20:15)
Maria kan er nog niet toe komen het graf te verlaten. Waar zou ze heen moeten? Johannes vertelt dat ze staat te huilen.
Terwijl Maria huilend voorover buigt in het graf, ziet zij twee engelen. Toen Petrus en Johannes bij het graf waren, hebben zij de engelen niet gezien. Of zijn engelen soms alleen te zien door tranen heen? Als ze vragen waarom ze huilt, antwoordt Maria dat dat is omdat haar Heer er niet meer is. Niets is er meer van Hem, zelfs zijn lichaam niet. Dan ineens is Jezus er. Maar Maria herkent hem niet.
Soms kun je zo in beslag genomen zijn door verdriet en zorg, dat je Jezus zelf niet meer ziet.
Pas als Jezus haar naam noemt, ziet Maria Hem en ervaart ze zijn nabijheid.
Kernwoorden: verbondenheid, leven en dood, bloeiende tuin.
De schikking is een krans met bloeiende bolplantjes, witte bloesems en bloemen: een bloeiende tuin.
Recente reacties